WinkelmandjeBekijk/wijzig inhoud ×
  • Er zitten geen programma's in het winkelmandje.

Menu

2014/4

Röntgenologische afwijkingen van het kaakbot

Auteur: Waal, I. van der
4
Accreditatiepunten verlopen op: 9 december 2015
Dit programma is niet meer geaccrediteerd en kan daarom niet meer worden aangeschaft

Samenvatting

In het bot van de onder- en bovenkaak kan een grote verscheidenheid aan afwijkingen voorkomen. Hierbij kan het gaan om dentogene afwijkingen, zoals cysten en tumoren, maar ook om afwijkingen die van het bot zelf uitgaan: de niet-dentogene afwijkingen. Vanuit de praktijk gezien zal het klinisch en röntgenologisch echter niet altijd duidelijk zijn, of het om een dentogene dan wel om een niet-dentogene aandoening gaat.
In deze nascholing worden de meest gangbare afwijkingen van en in het kaakbot besproken. Bij elke aandoening wordt de etiologie (voor zover bekend), diagnostische criteria en behandeling besproken. Hierbij ligt de nadruk op de verschillen in röntgenologische presentatie tussen de verschillende afwijkingen. Echter, net als bij ziekten in het algemeen geldt voor afwijkingen in het kaakbot dat de anamnese en de bevindingen van het lichamelijk onderzoek de basis voor de diagnostiek vormen. Een valkuil is, dat de röntgenfoto (te) centraal komt te staan.

In het eerste deel van het programma is er aandacht voor dentogene afwijkingen, zoals de verschillende typen dentogene cysten en de goedaardige dentogene tumoren. Kwaadaardige dentogene tumoren zijn zo zeldzaam, dat zij in dit programma niet besproken worden. In het tweede deel staan de afwijkingen aan het kaakbot zelf centraal. Voorbeelden daarvan zijn botcysten, dysplasie, tumoren van het kaakbot en kaakbotonstekingen.

De nascholing is vooral gericht op het in de dagelijkse praktijk kunnen herkennen en zo mogelijk behandelen van de gangbare afwijkingen die in het kaakbot kunnen voorkomen. De tandarts is de expert op het gebied van mond- en kaakbotafwijkingen. Daarmee is niet gezegd, dat van de tandarts mag worden verwacht dat hij de kennis over alle denkbare mond- en kaakbotafwijkingen altijd paraat heeft. Bij veel afwijkingen van en in het kaakbot zal de tandarts voor de behandeling, maar soms ook voor de diagnostiek, een beroep moeten doen op een specialist. Vrijwel altijd is dan de MKA-chirurg de eerst aangewezene.

Accreditatie

Voor dit  nascholingsprogramma is KRT-erkenning voor 4 punten (onder  ID197886) en Q-Keurmerk toegekend.

Inhoud

1    Woord vooraf
2    Dentogene cysten
3    Dentogene tumoren
4    Casuïstiek
5    Afwijkingen van het kaakbot
6    Casuïstiek
7    Nawerk

Auteur

Isaäc van der Waal studeerde in 1968 als tandarts af in Utrecht. Van 1969 tot 1973 werd hij opgeleid tot specialist mondziekten en kaakchirurgie in het VU-ziekenhuis te Amsterdam. In 1973 verdedigde hij zijn proefschrift, getiteld Het tongcarcinoom; een clinico-pathologisch onderzoek. Van 1975-1976 was hij voor verdere specialisatie in de orale pathologie werkzaam in het Armed Forces Institute of Pathology in Washington. In 1979 volgde zijn benoeming tot hoogleraar in de pathologie van de mondholte aan de Vrije Universiteit. In 1989 werd hij benoemd tot hoofd van de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het VUmc, een functie die hij tot medio 2011 heeft vervuld. Thans is hij als staflid aan voornoemde afdeling verbonden.


Van zijn hand verschenen diverse leerboeken en atlassen op het gebied van mond- en kaakziekten, waarvan verschillende in meerdere talen zijn uitgebracht. Daarnaast heeft hij talrijke nascholingsprogramma’s verzorgd. Zijn dagelijkse werkzaamheden bestaan uit een combinatie van patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek.

Doelstellingen

Na het doorlopen van deze eLearning kunt u:

  • de pathofysiologie, de symptomatologie, alsmede de klinische en röntgenologische verschijningsvorm van de meest voorkomende aandoeningen in het kaakbot benoemen;
  • aangeven, dat een röntgenfoto waarop een in het kaakbot gelegen aandoening zichtbaar is, alleen in samenhang met de anamnese en de klinische bevindingen op de juiste wijze kan worden geïnterpreteerd;
  • het belang, maar ook de beperkingen van aanvullend beeldvormend onderzoek benoemen bij de diagnostiek van in het kaakbot gelegen aandoeningen;
  • de diagnose of de differentiaaldiagnosen stellen van de afwijkingen die op de röntgenfoto’s van deze e-learning worden getoond;
  • aangeven dat u inzicht hebt in het te voeren beleid bij in het kaakbot voorkomende afwijkingen;
  • een patiënt met een gangbare aandoening in het kaakbot adequaat voorlichten;
  • aangeven wanneer en hoe u een patiënt moet verwijzen naar de MKA-chirurg.

 

Dit programma is niet meer geaccrediteerd en kan daarom niet meer worden aangeschaft

Inloggen