WinkelmandjeBekijk/wijzig inhoud ×
  • Er zitten geen programma's in het winkelmandje.

Menu

Na een initiële parodontale behandeling kan chirurgie een goede optie zijn om verdere pocketdieptereductie te bewerkstelligen. Voor een goed behandelresultaat spelen patiëntgebonden en lokale factoren een rol. Tot de patiëntgebonden factoren behoren de mondhygiëne, de kwaliteit van de uitgevoerde initiële behandeling, het rookgedrag, de algemene gezondheid en het medicijngebruik van de patiënt. Op lokaal niveau zijn vooral anatomische en elementgebonden aspecten van invloed op het uiteindelijke succes van een chirurgische behandeling. Grofweg zijn er twee mogelijkheden om verdiepte restpockets chirurgisch te behandelen: resectief of regeneratief.
Bij een resectieve benadering wordt de gingiva ingekort en uitgedund en worden er veelal botcorrecties uitgevoerd. Bij een regeneratieve benadering wordt gepoogd parodontaal weefsel dat verloren is gegaan, door nieuwvorming te herstellen. Voor beide benaderingen zijn verschillende technieken en materialen beschikbaar.
Na de chirurgische ingreep moet de flap gesloten worden. Bij een resectieve benadering wordt de lap zo veel mogelijk in de richting van het bot geplaatst. Bij een regeneratieve benadering is het veelal wenselijk dat de lap coronaal van het defect sluit. Voor het hechten van het weefsel is een ruim assortiment aan draden, naalden en hechttechnieken voorhanden.
Na de operatie krijgt de patiënt instructies voor de wondverzorging, pijnbestrijding en waar hij in geval van nood terecht kan. Een of twee weken later worden de hechtingen verwijderd.
Na het uitvoeren van een flap kunnen er complicaties optreden. Ze zijn meestal van voorbijgaande aard. De meest voorkomende complicaties zijn een nabloeding, secundaire genezing, perforatie van de lap en het ontstaan van een botsekwester.

Accreditatie

Het Kwaliteitsregister Tandartsen (KRT) heeft de onlinecursus Parodontale chirurgie vier accreditatiepunten toegekend. De cursus heeft tevens erkenning met het Q-Keurmerk© verkregen.

Inhoud

1. Woord vooraf
2. Preoperatieve fase
3. Chirurgische fase
4. Hechten
5. Postoperatieve instructies
6. Complicaties
7. Slotwoord
8. Nawerk

Auteurs

Alexander R.E. Verhelst (1986) studeerde in 2013 af als tandarts aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Na drieënhalf jaar in de algemene praktijk te hebben gewerkt, startte hij met de door de European Federation of Periodontology erkende postinitiële masteropleiding Oral Health Sciences, met het profiel Periodontics and Implant dentistry. In 2019 rondde hij deze opleiding cum laude af. Tegenwoordig werkt Verhelst als NVvP-erkend parodontoloog bij Proclin Rotterdam en in de Parodontologiepraktijk Haarlem. Daarnaast is
hij opgenomen in het register voor gedifferentieerde tandheelkundig slaapgeneeskundigen van de NVTS. Verhelst is actief in beide verenigingen. Hij zit in het bestuur van de Sectie Parodontologen van de NVvP en in het bestuur van de NVTS. Ook is hij auteur en coauteur van diverse (inter)nationale publicaties en geeft hij geregeld lezingen.

De auteur is dr. D. Barendregt, T. van de Berg, dr. S. Bizzarro, T. de Jong, R. Kirana, dr. A. Louropoulou en S. Menke dank verschuldigd voor hun kritische opmerkingen en aanvullingen bij dit manuscript.
De auteur is tevens dank verschuldigd aan de firma Hu-Friedy voor het ter beschikking stellen van een aantal afbeeldingen.
De auteur heeft geen financiële banden met de dentale industrie, ontvangt geen onderzoeksgeld van commerciële partijen en heeft geen bedrijfsbelangen of andersoortige financiële relaties met betrekking tot dit onderwerp.

Na het doorlopen van deze nascholing:

  • kunt u de verschillende soorten parodontale chirurgie noemen;
  • weet u welke instrumenten bij parodontale chirurgie gebruikt worden;
  • kent u de contra-indicaties van parodontale chirurgie;
  • weet u wanneer parodontale chirurgie geïndiceerd is;
  • kunt u de verschillende technieken voor resectieve chirurgie noemen;
  • kunt u aangeven wanneer een regeneratieve benadering voorspelbaar is;
  • kent u enkele technieken om regeneratie toe te passen;
  • weet u welke soorten regeneratiematerialen voorhanden zijn;
  • kunt u meerdere hechttechnieken herkennen en gebruiken;
  • kunt u een gedegen keuze maken uit de naald- en draadsoorten;
  • kunt u een patiënt postoperatieve instructies geven;
  • kunt u de meestvoorkomende postoperatieve complicaties herkennen en behandelen.

Ingangsniveau van deze nascholing: een voltooide opleiding tandheelkunde. 

Inloggen