WinkelmandjeBekijk/wijzig inhoud ×
  • Er zitten geen programma's in het winkelmandje.

Menu

2013/4

Cementen

Auteur: Laverman, J.V.
4
Accreditatiepunten verlopen op: 29 november 2014
Dit programma is niet meer geaccrediteerd en kan daarom niet meer worden aangeschaft

Samenvatting

Cementen om indirecte restauraties vast te zetten worden fixatie- of bevestigingscementen genoemd. Ze dichten de ruimte af die tussen de restauratie en het gebitselement aanwezig is, waardoor lekkage wordt tegengegaan. Men neemt aan dat breekbare restauraties die worden belast, minder snel kapotgaan wanneer ze aan het tandweefsel zijn vastgelijmd. Cementen kunnen dus ook een beschermende functie hebben. Er wordt onderscheid gemaakt naar tijdelijke en definitieve bevestigingscementen.

Vroeger werden indirecte restauraties meestal van metaal gemaakt. De keuze van het cement om ze vast te zetten was beperkt en dus eenvoudig. Door de ontwikkeling van nieuwe technieken worden restauraties tegenwoordig veelal van andere materialen gemaakt, zoals oxidekeramiek, glaskeramiek, porselein of composiet. Ook de ontwikkeling van de bevestigingscementen heeft niet stilgestaan. Cementen zijn geleidelijk aan sterker en minder oplosbaar geworden. Daarnaast beschikken ze over geavanceerdere verhardings- en hechtingsmechanismen, waarmee ze de oudere cementen overtroeven.

Fixatiecementen zijn in te delen op basis van hun chemische samenstelling. Naast cementen op waterbasis, zijn er cementen op kunststofbasis. Laatstgenoemde zijn onder te verdelen in zelfhechtende en niet-zelfhechtende cementen. Ook aan de hand van de verschillende hechtingsmechanismen zijn cementen te rangschikken: naast passieve cementen die niet of slechts ‘eenzijdig’ adhesief zijn, zijn er actieve cementen die zowel aan het gebitselement als aan de kroon hechten.

De nieuw ontwikkelde keramische materialen bieden de mogelijkheid van weefselbesparende preparatievormen gebruik te maken en aangetaste gebitselementen op zeer fraaie wijze te restaureren. Deze ‘adhesieve preparaties’ geven minder macromechanische retentie, zodat sterkte, hechting en optische eigenschappen van het cement voor het succes van deze tandkleurige restauraties een cruciale rol spelen. Daarnaast doen zich in de praktijk tal van situaties voor (korte klinische kroon, zwaarbelaste restauraties, het opnieuw cementeren van een losgekomen kroon), waarbij de behoefte aan een sterk bevestigingscement extra groot is.

Er is geen universeel cement dat voor elke willekeurige situatie ideaal is. Voor de tandarts is het daarom belangrijk dat hij weet uit welke materialen de hechtoppervlakken bestaan, over welke hechtingsmechanismen het cement beschikt dat hij wil gebruiken, en hoe oppervlakken moeten worden voorbehandeld om er een duurzame hechting aan te verkrijgen. Met al deze variabelen is het kiezen van een cement niet gemakkelijk. Deze eLearning is bedoeld om uw kennis over bevestigingscementen en de wijze waarop ze moeten worden verwerkt op te frissen. De cursus stelt u in staat op basis van de huidige inzichten een weloverwogen keuze te maken uit de beschikbare cementen en de eventueel benodigde voorbewerkingen.

Accreditatie

Dit nascholingsprogramma is voor 4 punten (onder ID 164920) geaccrediteerd door KRT en Q-Keurmerk©.

Inhoud

Woord vooraf
Inleiding
Pretoets
Cementen
De functies van bevestigingscementen
Dikte van de cementfilm
Cementkeuze
Voorbehandeling van het hechtoppervlak
Cementeren
Nawerk
Literatuur
Afsluitende toets

Auteur

J.V. Laverman werkt bij de sectie Orale functieleer en materiaalwetenschappen van het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Hij doceert het vakgebied kronen en bruggen. Daarnaast coördineert hij verschillende onderwijsblokken ‘orale implantologie en prothetische tandheelkunde’ bij de hiervoor genoemde opleiding en verscheen er van zijn hand een aantal tandheelkundige publicaties.

Doelstellingen

Na het doorlopen van deze eLearning kunt u:

  • op basis van de klinische situatie en de eigenschappen van de diverse bevestigingscementen een weloverwogen cementkeuze maken;
  • uitleggen wanneer een kroonpreparatie te weinig macromechanische retentie heeft en aangeven hoe deze te verbeteren is;
  • de bij kunststofcementen behorende adhesiefsystemen onderscheiden;
  • van elke cementsoort de hechtingsmechanismen aangeven;
  • aangeven hoe de dikte van de cementfilm te beheersen is;
  • de noodzaak om hechtoppervlakken voor te behandelen vaststellen alsmede de wijze waarop dit dient te gebeuren;
  • de oorzaken van postoperatieve gevoeligheid na cementeren noemen;
  • de belangrijkste aandachtspunten van de cementprocedure aangeven.
Dit programma is niet meer geaccrediteerd en kan daarom niet meer worden aangeschaft

Inloggen