WinkelmandjeBekijk/wijzig inhoud ×
  • Er zitten geen programma's in het winkelmandje.

Menu

2021/2

Parodontologie voor de preventieassistent

Auteurs: Weijden, G.A. van der en Seuntjens, M.T.
0
Accreditatiepunten te behalen tot: 30 juni 2024

4 uur nascholing per programma

Samenvatting

Een gezond gebit en een gezond parodontium zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daarom is het screenen op parodontale problemen een belangrijk onderdeel van het periodieke mondonderzoek. Bij patiënten met een verdenking op parodontale problemen is uitgebreider mond-, functie- en röntgenonderzoek evenals specifiek parodontaal onderzoek door parodontoloog, tandarts en/of mondhygiënist noodzakelijk.

De rol van de preventieassistent zit vooral in de begeleiding van mondverzorging door de patiënt en het adviseren over gezondheidsgedrag (lifestyle). Bekendheid met de achtergrond is belangrijk omdat je als preventieassistent in de mond werkt en moet weten wat je precies aan het doen bent en waarom. Als ondersteuning kan de preventieassistent het gebit professioneel reinigen, zodat de patiënt na het bezoek aan de mondzorgpraktijk weer met een schone dentitie kan starten. De patiënten uit de PPS-score categorie 1 zijn bij uitstek geschikt voor behandeling door een preventieassistent.

Bij een PPS-score 2 kan in bepaalde gevallen behandeling plaatsvinden door een paro-preventieassistent. De paro-preventieassistenten kunnen door subgingivale reiniging van pockets tot en met 5 mm patiënten met beginnende parodontitis behandelen. Ze kunnen zo verdere problemen in een vroeg stadium aanpakken en progressie voorkomen.

Op basis van een opgenomen parodontiumstatus kan in overleg met de parodontoloog, tandarts en/of mondhygiënist de behandeling worden gepland. Behalve de belangrijkste klinische symptomen, zoals bloedingsneiging, verdiepte pockets en op de röntgenfoto’s zichtbare botafbraak, worden alle hiervoor beschikbare parameters in deze nascholing besproken en nader toegelicht.

Gebitsziekten kunnen leiden tot verlies van kauwvermogen en eetplezier, verstoring van de spraak, aantasting van de sociale functies van het gebit (zoals het ontstaan van een lelijke lach) en vermindering van het gevoel van eigenwaarde. Samen met cariës is parodontitis bijna geheel verantwoordelijk voor de genoemde functiestoornissen. Ze hebben een negatieve invloed op de kwaliteit van leven. Preventieve tandheelkundige zorg en periodieke controle zijn erop gericht tand- en mondziekten te voorkomen. Screening van het parodontium is een belangrijk onderdeel van de periodieke gebitscontrole, opdat parodontale problemen tijdig worden gesignaleerd en kunnen worden aangepakt.

Vrijwel niemand is in staat zonder professionele begeleiding zijn tanden en kiezen gedurende langere tijd geheel plaquevrij te houden.

Ontstekingsprocessen en parodontale afbraak liggen voortdurend op de loer. Ongeveer 11% van de wereldbevolking lijdt aan ernstige parodontitis. Daarmee is het de zesde meest voorkomende aandoening ter wereld. De prevalentie van parodontitis neemt toe met de leeftijd en vertoont een piek op 38-jarige leeftijd. Parodontitis is een belangrijke oorzaak van het verlies van tanden en kiezen. Omdat parodontitis meestal voorafgegaan wordt door gingivitis, is het belangrijk dat mensen weten hoe ze deze ontsteking van het tandvlees kunnen voorkomen. In de meeste gevallen is hulp van een mondzorgprofessional daarbij onontbeerlijk. De preventieassistent wordt opgeleid om de patiënt naar een zo hoog mogelijk niveau van mondverzorging te kunnen begeleiden.

De paro-preventieassistent kan onder verantwoordelijkheid van de werkgever een parodontale (nazorg)behandeling uitvoeren waarbij pockets tot en met een diepte van 5 mm behandeld worden. Hiervoor is behalve kennis van een gezond parodontium, kennis nodig hoe je een ongezonde situatie tijdig signaleert.

Deze nascholing is gebaseerd op een handleiding die door Hans Rodenburg (†1992) werd geschreven. De handleiding werd later geregeld door Leo Kroon (parodontoloog NVvP) herzien. René Huffels (universitair docent) bewerkte de handleiding voor het ACTA-onderwijs. Onlangs zijn hun versies opnieuw gemoderniseerd, geüpdatet en samengebracht. Dit heeft geresulteerd in de nascholing die nu voor je ligt. De auteurs zijn de genoemde collega's veel dank verschuldigd.

Inhoud

BLOK A Fysiologie en screening parodontium
A1 Het gezonde parodontium en aandoeningen
A2 Etiologie en screening van parodontale aandoeningen
A3 Medische en tandheelkundige anamnese

BLOK B Onderzoek, diagnose en behandeling
B1 Specifiek parodontaal onderzoek
B2 Diagnose per gebitselement en vaststellen algemene diagnose
B3 Het voorlopige behandelplan/zorgplan

Actie en verantwoording
Nadere bespreking van vragen
Literatuur
Overleg met tandarts(en) en andere collega's
Opdrachtblad ‘Opnemen in het takenpakket’
Afsluitende toets

Auteurs

Fridus van der Weijden studeerde in 1984 af als tandarts. Zijn opleiding tandheelkunde en zijn opleiding in de parodontologie volgde hij aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. In 1990 werd hij door de Nederlandse Vereniging voor Parodontologie (NVvP) erkend als tandarts-parodontoloog. In 1993 promoveerde hij aan de Universiteit van Amsterdam. In 2006 werd hij door de Nederlandse Vereniging voor Orale Implantologie (NVOi) erkend als tandarts-implantoloog. Hij is de oprichter van de Paro Praktijk Utrecht en van Implantologie Utrecht, alwaar hij nog steeds parttime werkzaam is.
Van der Weijden heeft veel onderzoek verricht op het gebied van mondverzorging en parodontale therapie. Hij leidt de Industriegroep bij het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Deze groep houdt zich onder andere bezig met contractonderzoek op het gebied van de klinische parodontologie en richt zich vooral op de domeinen preventie en therapie. Hij geeft geregeld PAOT-cursussen en is auteur van het boek De stille kracht van ultrasoon en mederedacteur van het boek Preventieve tandheelkunde. Ook is hij auteur of coauteur van meer dan 100 Nederlandstalige en 250 internationale publicaties. In 2009 werd hij door het bestuur van het Ivoren Kruis onderscheiden met de Carl Witthaus medaille. Van 2010-2017 was hij lid van het bestuur van de NVvP, in welke rol hij onder meer het foldermateriaal van de NVvP heeft herzien en gemoderniseerd. Begin 2010 werd hij benoemd tot bijzonder hoogleraar preventie en therapie van parodontale infecties aan de Universiteit van Amsterdam. Deze leerstoel werd in 2017 door ACTA omgezet in een gewoon hoogleraarschap. Eind 2018 werd hij onderscheiden met het erelidmaatschap van de NVvP. In 2019 werd aan Van der Weijden de Yngve Ericsson prijs uitgereikt door de Europese Organisatie voor Cariësonderzoek (ORCA) voor zijn buitengewone bijdrage aan de preventie van mondaandoeningen.

Marion Seuntjens is in 1987 in Nijmegen afgestudeerd als mondhygiënist. Na haar afstuderen als mondhygiënist heeft ze in diverse disciplines gewerkt, waaronder tandartspraktijken en in ziekenhuizen. In 1993 heeft ze een zelfstandige praktijk in Ede opgestart. Na acht jaar verplaatste ze de praktijk naar Beuningen, waar ze inmiddels alweer 18 jaar werkzaam is. Naast haar werkzaamheden in de praktijk is ze betrokken geweest bij de opleiding van preventieassistenten op de Radboud Universiteit Tandheelkunde in Nijmegen en is ze nu bezig met een masterstudie EBPiHC aan de Universiteit van Amsterdam. Verder is ze bestuurslid van het Register Preventieassistenten en heeft ze vanaf 2007 tot 2012 in het bestuur gezeten van de NVvP.

Doelstellingen

Na afloop van deze nascholing:

  • kun je de morfologische bouw van het gezonde parodontium in detail beschrijven;
  • ken je de belangrijkste parodontale aandoeningen en heb je kennis van de theorie omtrent parodontitis en gingivitis;
  • weet je wat onder de PPS-score wordt verstaan;
  • weet je op welke aspecten wordt gelet bij het onderzoek van het mondslijmvlies;
  • weet je uit welke onderdelen het specifieke parodontale onderzoek bestaat;
  • kun je een parodontaal onderzoek op de juiste wijze uitvoeren met de juiste manier van sonderen;
  • kun je de rol van röntgenopnamen aangeven bij het diagnosticeren van parodontale aandoeningen;
  • kun je aangeven wat wordt verstaan onder de begrippen zorgplan en zorgdoel.

Bronnen bij dit programma

Let op: toegang tot aanvullende content is voorbehouden aan deelnemers

4 uur nascholing per programma

Inloggen