WinkelmandjeBekijk/wijzig inhoud ×
  • Er zitten geen programma's in het winkelmandje.

Menu

2024/1

Toepassing van de Wvggz

Auteurs: Barkhof, E. en Schaffels, H.
3
Accreditatiepunten te behalen tot: 11 februari 2025

Accrediterende instanties:

Sinds 1 januari 2020 is de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) van kracht. Deze wet is de opvolger van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) die vanaf 1994 de wettelijke basis vormde voor onvrijwillige/gedwongen behandeling van patiënten met een psychische stoornis. Aanleiding voor de wetswijziging was dat de Wet Bopz in de loop der tijd vele aanpassingen heeft gekend, mede ingegeven door een veranderde werkwijze in de GGZ, met een steeds grotere nadruk op ambulante zorg, terwijl de Wet Bopz – de naam zegt het al – in beginsel was gericht op onvrijwillige zorg in de kliniek. In de loop der tijd zijn er al veel aanpassingen gedaan aan de Wet Bopz met onder andere de invoering van de voorwaardelijke machtiging. Bij de evaluatie in 2007 werd vervolgens geconcludeerd dat de wet aan vernieuwing toe was. In 2008 werd het eerste wetsontwerp voor de Wvggz ingediend, dat nadien nog vele aanpassingen heeft gekend, uiteindelijk resulterend in de vorm die in 2020 van kracht werd. In een eerdere fase van het wetsontwerp waren er regionale multidisciplinaire commissies bedacht, die zouden moeten oordelen over de eventuele noodzaak voor verplichte zorg met vervolgens een rechterlijke toetsing. Uiteindelijk werd de procedure vereenvoudigd met een centrale rol voor de geneesheer-directeur van GGZ-instellingen in het proces. Ernstige incidenten en de problematiek rond personen met verward gedrag hebben er in de jaren tot de invoering toe geleid dat naast de oorspronkelijke doelstellingen van de nieuwe wet ook (meer) veiligheidsaspecten een rol hebben gekregen, met een nadrukkelijker rol voor de officier van justitie in het proces.

De Wvggz is nu 4 jaar van kracht. In de implementatiefase zijn de nodige uitvoerings- en interpretatieproblemen aan het licht gekomen, waarvoor gaandeweg jurisprudentie wordt opgebouwd naar aanleiding van rechterlijke uitspraken en klachtzaken. Naast praktische aanpassingen in de uitvoering binnen de kaders van de wet is er via (spoed)reparatiewetgeving een aantal – relatief kleine – aanpassingen ingevoerd. Recent heeft een eerste formele wetsevaluatie plaatsgevonden, waarin een aanzienlijk aantal zaken is geïdentificeerd die aanpassing in de wet behoeven.

In deze nascholing wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste elementen van de Wvggz. De nascholing richt zich vooral op een overzicht van de praktische uitvoering van de Wvggz, bedoeld voor de POH-GGZ die te maken krijgt met patiënten voor wie verplichte zorg via de Wvggz (mogelijk) noodzakelijk is. Dit kan leiden tot een verzoek vanuit de eerste lijn om een beoordeling door de crisisdienst of reeds betrokken GGZ-behandelaar. Het is natuurlijk niet mogelijk alle onderdelen van de Wvggz in extenso te behandelen, daarom is gefocust op de zaken die voor de uitvoering in de klinische praktijk en voor een goed begrip in de eerste lijn het meest relevant zijn. De uitvoering van verplichte zorg in een forensische setting (hoofdstuk 9 van de Wvggz) is wegens het specifieke karakter en de wat afwijkende regels, die nog een duidelijk ‘Bopz-karakter’ hebben, niet opgenomen in deze nascholing. Evenmin wordt specifiek ingegaan op de uitvoering van de Wvggz bij jeugdigen (12-18 jaar). Daar bestaat een grensvlak met maatregelen op grond van de Jeugdwet, wat een apart domein is.

Accreditatie

Dit programma is door de LV POH-GGZ en de NVvPO voor 3 punten geaccrediteerd onder ID 540046.

Inhoud

BLOK A Achtergronden en kaders van de Wvggz
A1 Uitgangspunten en doelen van de Wvggz
A2 Aansluiting op Wet zorg en dwang (Wzd) en Wet forensische zorg (Wfz)
A3 Beoordeling noodzaak en preventie van verplichte zorg
A4 Rechten en mogelijkheden van patiënten en naasten
A5 (Voorbereiding) zorgmachtiging en crisismaatregel

BLOK B Toepassing van verplichte zorg
B1 Uitvoering verplichte zorg
B2 Klachtmogelijkheden
B3 Beëindiging, verlof en evaluatie

BLOK C Situaties waarin een POH/huisarts te maken kan krijgen met de Wvggz

Actie en verantwoording
Nadere bespreking van vragen en casuïstiek
Literatuur
Opdrachtblad ‘Invoering in de praktijk’
Teamoverleg en intervisie
Toets voor POH-GGZ 2024/1

Over de auteurs

Emile Barkhof is psychiater en geneesheer-directeur bij Arkin. Als psychiater werkt hij bij een FACT-team in Amsterdam-West, waar de focus ligt op de behandeling van patiënten met ernstig psychiatrische aandoeningen en hij is betrokken bij onderzoek op dit gebied. Als geneesheer-directeur is hij binnen Arkin verantwoordelijk voor de uitvoering van wet- en regelgeving, waaronder de Wet verplichte GGZ en toezicht op de kwaliteit van zorg.

Heleen Schaffels is psychiater en geneesheer-directeur GGZ bij inGeest en is binnen GGZ inGeest verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet verplichte GGZ en verantwoordelijk voor het interne toezicht op de kwaliteit van zorg. Zij is tevens lid van het afdelingsbestuur geneesheer-directeuren van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie.

De auteurs hebben geen financiële banden met de farmaceutische industrie, ontvangen geen onderzoeksgeld van commerciële partijen en hebben geen bedrijfsbelangen of andersoortige financiële relaties met betrekking tot dit onderwerp.

Doelstellingen

Na het afronden van dit nascholingsprogramma

  • heb je meer inzicht in de grondprincipes en doelstellingen van de Wvggz;
  • ken je de mogelijkheden die de Wvggz biedt wanneer onvrijwillige zorg overwogen wordt;
  • heb je meer kennis over de rol van de verschillende actoren rond de wet;
  • heb je inzicht in de wettelijke regels omtrent uitvoering van verplichte zorg in het kader van een crisismaatregel of zorgmachtiging;
  • heb je meer inzicht in het belang van het voorkómen van verplichte zorg door onder andere het gebruik van een crisissignaleringsplan/crisiskaart.

Accrediterende instanties:

  • LV POH-GGZ

    LV POH-GGZ
  • NVvPO

    NVvPO

Inloggen