WinkelmandjeBekijk/wijzig inhoud ×
  • Er zitten geen programma's in het winkelmandje.

Menu

2012/5

Subfertiliteit

2
Accreditatiepunten verlopen op: 1 september 2014
Dit programma is niet meer geaccrediteerd en kan daarom niet meer worden aangeschaft

Samenvatting

De voortplantingsgeneeskunde staat de laatste jaren sterk in de belangstelling. De rol van huisarts en gynaecoloog bij subfertiliteit is door verschillende maatschappelijke en medische ontwikkelingen veranderd. Paren stellen het krijgen van kinderen vaker uit en hebben daardoor een kortere periode voor het krijgen van kinderen. Daarnaast zijn de mogelijkheden om met technische middelen het tot stand komen van zwangerschap te bevorderen sterk toegenomen; deze mogelijkheden krijgen onverminderd ruime aandacht.

Twintig jaar geleden werd geroepen 'Een slimme meid krijgt haar kind op tijd'. Een campagne die weinig heeft uitgehaald, want kinderen krijgen wordt nog steeds uitgesteld. Inmiddels is een onrealistische verwachting ontstaan, namelijk dat de medische wetenschap de effecten van het ouder worden teniet kan doen. De maakbare wereld lijkt bij uitstek op de voortplantingsgeneeskunde van toepassing.

Mede daardoor legt de patiënt niet zelden het uitblijven van zwangerschap aan de huisarts voor als een behandelbare ‘aandoening’. Dit wordt ingegeven door nieuwe technieken (zoals de mogelijkheid om eicellen in te vriezen) en het wordt gevoed door glossy zwangerschappen rondom het 45e levensjaar van Hollywoodsterren als Jane Seymour en Marcia Cross, waar de media volop over berichten. Een ander voorbeeld van een nieuwe techniek die alles mogelijk lijkt te maken, is bij mannen ‘zonder zaad’ op chirurgische wijze alsnog zaadcellen te verkrijgen (via pesa-/tese-technieken).

Deze nieuwe ontwikkelingen en bijbehorende mogelijkheden brengen ook een aantal ethische aspecten met zich mee. Die resulteerden de voorbije jaren regelmatig in Kamervragen. Toch lijkt de opmars van geassisteerde voortplantingstechnieken onstuitbaar. Het aantal kinderen voortkomend uit geassisteerde voortplanting neemt jaarlijks toe. Tegenwoordig is 1 op de 37 kinderen in Nederland (cijfers 2010) het resultaat is van een ivf- of icsi-behandeling. N.B. de kinderen voortkomend uit andere fertiliteittrajecten (inseminaties, maar ook vruchtbaarheidstrajecten in het buitenland) zijn hier niet in betrokken.

Door alle ontwikkelingen heeft een verschuiving plaatsgevonden binnen het vakgebied; niet alleen diagnostiek en behandeling, de (mondige) patiënt verwacht van u behalve evidencebased-adviezen over (het optimaal nastreven van) de kans op zwangerschap zeker ook uitleg en stellingname in de keur aan uitdijende fertiliteitopties.

Accreditatie

Voor dit nascholingsprogramma is voor 2 punten accreditatie aangevraagd onder ID 125558 voor huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en artsen verstandelijk gehandicapten.

Inhoud

BLOK A Van diagnostiek naar prognose

A1 Achtergronden en anamnese

A2 Aanvullend onderzoek

A3 Prognosebepaling

BLOK B Behandeling en overige opties

B1 Behandelingsmogelijkheden in de tweede lijn

B2 Altijd behandelen?

B3 Gameetdonatie

B4 Fertiliteitpreservatie

B5 Niet zwanger en dan?

Actie en verantwoording

Bespreking van vragen en casuïstiek

Literatuur

Opdrachtblad ‘Invoering in de praktijk’

Teamoverleg/HAGRO/FTO/WDH

Bijlage Toets voor huisartsen 2012/5, Subfertiliteit

Auteur

Dr. Jesper M.J. Smeenk is gynaecoloog en hoofd van de ivf-afdeling van het St. Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg. Hij promoveerde in 2006 op het proefschrift ‘Stress en IVF’. Jesper Smeenk volgde zowel de opleiding tot gynaecoloog als de vervolgopleiding binnen het subspecialisme Voortplantingsgeneeskunde in het UMC Radboud in Nijmegen.

Belangenconflicten: geen.

Doelstellingen van dit nascholingsprogramma

Na afloop van dit nascholingsprogramma:

  • kunt u de aspecten benoemen die aan de orde komen bij counselling voor ongewilde kinderloosheid en kunt u op basis van deze gegevens tot een advies komen;
  • kunt u de (aanvullende) diagnostische mogelijkheden bij patiënten met ongewilde kinderloosheid beschrijven;
  • kent u de werking van prognostische modellen bij kinderloosheid en kunt u de uitkomsten daarvan vertalen naar een concrete praktijksituatie;
  • heeft u kennis gemaakt welke (nieuwe) behandelingsmogelijkheden de tweede lijn te bieden heeft;
  • kunt u benoemen onder welke ethische aspecten een rol spelen in het al dan niet behandelen van subfertiliteit;
  • weet u wat preservatie is en welke mogelijkheden dit biedt voor patiënten met (toekomstige) kinderwens;
  • heeft u kennisgenomen welke alternatieve vruchtbaarheidstrajecten er bestaan zoals gameetdonatie;
  • heeft u kennis genomen van enkele aspecten bij de ondersteuning van paren die ondanks behandeling niet zwanger worden.
Dit programma is niet meer geaccrediteerd en kan daarom niet meer worden aangeschaft

  • Accreditatie bureau cluster 1

    Accreditatie bureau cluster 1
  • Nederlandse Vereniging van Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten

    Nederlandse Vereniging van Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten
  • Verenso

    Verenso

Inloggen