WinkelmandjeBekijk/wijzig inhoud ×
  • Er zitten geen programma's in het winkelmandje.

Menu

De laatste jaren is er een hernieuwde belangstelling voor de toepassing van placebo-effecten in de geneeskunde. Daarbij zijn met name drie aspecten relevant. Het eerste is het gebruik van placebo’s in de context van klinische onderzoeken. Deze nascholing gaat niet zozeer in op alle finesses van de opzet van placebogecontroleerde, klinische onderzoeken. Wel komen enkele interessante fenomenen aan de orde, zoals de voor- en nadelen van actieve placebo’s. Een tweede aspect is de studie naar placebomechanismen, zoals de rol van conditionering en neurobiologische modulatie-effecten. Ook dit zal hier niet uitgebreid aan de orde komen. Weliswaar vinden namelijk veel studies plaats op dit gebied, maar definitieve conclusies ontbreken vaak nog en de resultaten zijn niet altijd direct te vertalen naar de dagelijkse praktijk. Het derde aspect is het gebruik van het placebo-effect met een mogelijke toepasbaarheid in de dagelijkse praktijk. Uiteraard besteden we daarbij ook aandacht aan de keerzijde van het placebo-effect, namelijk het nocebo-effect. Aan de hand van een casus over antidepressiva en een casus over statines illustreren we de mogelijke betekenis van het placebo-effect respectievelijk het nocebo-effect in de dagelijkse praktijk.

Accreditatie

Dit programma is door de KNMG voor 2 punten geaccrediteerd onder ID 492593. In uw persoonlijke nascholingsdossier is terug te vinden tot welke datum dit programma geaccrediteerd is.

Inhoud

BLOK A Placebo's en placebo-effecten
A1 Placebo's en placebo-effecten in historisch perspectief
A2 Het verschil tussen placeborespons en placebo-effect
A3 Mogelijke fysiologische mechanismen ter verklaring placebo- en nocebo-effecten

BLOK B Toepassing placebo-effect in de dagelijkse praktijk
B1 Consensus over inzet placebo-effect in de dagelijkse praktijk
B2 Consensus over informatie aan de patiënt
B3 Invloed van uiterlijk, vorm en prijs op het placebo- en nocebo-effect
B4 Casus: antidepressiva niet werkzamer dan placebo?
B5 Casus: bijwerkingen van statines grotendeels een nocebo-effect?
B6 Casus: bijwerkingen bij COVID-19-vaccinatie

Actie en verantwoording

Nadere bespreking van vragen en casuïstiek 
Literatuur 
Opdrachtblad 'Invoering in de huisartsenpraktijk’ 
Teamoverleg/Hagro/FTO/WDH 
Toets voor Huisartsen 2022/8

Over de auteur

Wil Toenders is opgeleid als apotheker en heeft in zijn bijvak huisartsengeneeskunde onderzoek gedaan naar het voorschrijfgedrag van de huisarts. Na enkele jaren als praktijkapotheker werkzaam te zijn geweest, heeft hij zich gespecialiseerd in farmacotherapie. Hij was hij onder meer hoofdredacteur van het Geneesmiddelenbulletin, eindredacteur van het Farmacotherapeutisch Kompas en hoofd geneesmiddelenbeoordeling bij het Zorginstituut Nederland. Tegenwoordig is hij zelfstandig consultant op het gebied van met name de vergoeding van geneesmiddelen.

De auteur heeft geen financiële banden met de farmaceutische industrie, ontvangt geen onderzoeksgeld van commerciële partijen en heeft geen bedrijfsbelangen of andersoortige financiële relaties met betrekking tot dit onderwerp.

Doelstellingen

Na afloop van dit nascholingsprogramma:

  • kunt u de verschillende componenten van de placeborespons benoemen en herkennen in dagelijkse praktijksituaties;
  • kunt u beter placebo-effecten maximaliseren en nocebo-effecten minimaliseren in de dagelijkse praktijk;
  • kunt u de patiënt beter informeren over placebo- en nocebo-effecten;
  • kunt u aan de hand van drie casusbeschrijvingen over antidepressiva, statines en COVID-19-vaccins het placebo-effect respectievelijk nocebo-effect praktisch toepasbaar maken in de praktijk.

  • Accreditatie bureau cluster 1

    Accreditatie bureau cluster 1
  • Nederlandse Vereniging van Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten

    Nederlandse Vereniging van Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten
  • Verenso

    Verenso

Inloggen