Samenvatting
Misselijkheid en braken komen veel voor bij patiënten in de palliatieve fase van hun ziekte.
Misselijkheid treedt op bij 31% van de mensen met een vergevorderd stadium van kanker en braken in 20% van deze gevallen. Als men echter kijkt naar de populatie patiënten die wordt opgenomen in een hospice dan is er zelfs bij ongeveer 60% van de patiënten sprake van misselijkheid. Misselijkheid komt ook veelvuldig voor in het laatste stadium van hartfalen. Hierbij speelt waarschijnlijk de stuwing een grote rol die optreedt in het maag-darmkanaal en de lever.
Misselijkheid en braken kunnen allesoverheersende en uitputtende klachten zijn en een grote lijdensdruk veroorzaken. Vaak wordt dit als mensonwaardig ervaren en heeft het een grote invloed opde draagkracht van de patiënt en diens omgeving. Om die reden is het wenselijk dat artsen in staat zijn om direct de juiste therapie in te stellen, zowel wat betreft de keuze van het medicament als van de toedieningsvorm, ter verlichting van deze symptomen.
Misselijkheid en braken komen daarnaast veelvuldig voor in de algemene praktijk bij niet-palliatieve patiënten; bijvoorbeeld bij mensen met een gastro-enteritis, migraine, een kater, pneumonie, nierbekkenontsteking, bewegingsontwenning, na algemene anesthesie in verband met een chirurgische ingreep.
Wanneer de medicus kennis heeft van de onderliggende mechanismen waardoor misselijkheid en/of braken ontstaan, is deze veel beter in staat om de genoemde klachten effectief te bestrijden.
Deze scholing biedt u daarom voor veel situaties handvatten om de juiste behandeling te kiezen bij misselijkheid en braken. Daarbij zijn een gerichte anamnese en lichamelijk onderzoek onontbeerlijk.
In een onderzoekje dat ik eind jaren negentig deed over het voorschrijfgedrag van anti-emetica door huisartsen, bleek dat men in die tijd voornamelijk koos voor twee middelen: domperidon en metoclopramide. Als dat niet hielp, koos men vaak vervolgens voor ondansetron. Men ging ervan uit dat ondansetron wel een bijzonder krachtig misselijkheidremmend middel moest zijn, omdat het zoveel werd ingezet bij chemotherapie en de misselijkheid die daarbij optrad werd gezien als zeer intens. De ondervraagde artsen zagen in ondansetron de overtreffende trap van metoclopramide.
Inmiddels heeft veel scholing aan huisartsen op het gebied van palliatieve zorg plaatsgehad en is ook de palliatieve zorg in Nederland veel beter op de kaart gezet. Vermoedelijk zijn er dan ook inmiddels velen onder u die weten dat de hiervoor vermelde veronderstelling niet klopt!
Accreditatie
Voor dit nascholingsprogramma is voor 2 punten accreditatie aangevraagd onder ID 109012 voor huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en artsen verstandelijk gehandicapten.
Inhoud
BLOK A Misselijkheid en braken in de palliatieve zorg
A1 Definitie, ontstaan van misselijkheid en braken
A2 Diagnostiek van misselijkheid in palliatieve fase
A3 Niet-medicamenteuze en medicamenteuze behandeling
BLOK B Gastro-intestinale obstructie (ileus)
B1 Epidemiologie en achtergronden ileus
B2 Anamnese en diagnostiek
B3 Behandeling van een lage ileus
B4 Behandeling van een hoge gastro-intestinale obstructie
Actie en verantwoording
Literatuur
Nadere bespreking van vragen en casuïstiek
Opdrachtblad ‘Invoering in de praktijk’
Teamoverleg/Hagro/FTO/WDH
Bijlage 1 Techniek van ‘hoog opgaand klysma’
Bijlage 2 Pathofysiologie van misselijkheid en braken
Bijlage 3 Emetogeniteit van chemotherapeutica
Afsluitende toets
Auteur
Jobje Haaijman is voormalig huisarts en momenteel specialist ouderengeneeskunde. Zij behaalde haar ‘Diploma in palliative medicine’ in Cardiff aan de University of Wales in 2001. Vele jaren was zij werkzaam als consulent palliatieve zorg in Maastricht en Nijmegen en werkt in diverse hospices. Ze gaf vele scholingen voor huisartsen en medisch specialisten op het gebied van palliatieve zorg.
Belangenconflicten: geen.
Doelstellingen van dit nascholingsprogramma
Na afloop van het nascholingsprogramma:
- bent u zich bewust van uw handelwijze bij de klachten van misselijkheid en braken tot nu toe;
- bent u zich bewust van uw kennis op het gebied van misselijkheid en braken voorafgaande aan deze nascholing;
- bent u beter op de hoogte van de ontstaanswijze van misselijkheid en braken en kent u de medicamenteuze en niet-medicamenteuze behandelmogelijkheden;
- bent u bekend met het verschijnsel van ‘totale misselijkheid’, naar analogie met het begrip ‘total’ pain;
- kent u de drie meest voorkomende oorzaken van misselijkheid bij opioïdgebruik;
- kent u het verschil tussen smalspectrum en breedspectrum anti-emetica;
- kunt u de klinische diagnose ileus stellen en het onderscheid maken tussen hoge en lage ileus;
- bent u in staat om af te wegen of het nog zinvol is om een patiënt met een ileus in te sturen voor een (operatie of andersoortige) behandeling in het ziekenhuis of dat het verstandiger is om deze patiënt medicamenteus thuis of in een hospice te behandelen.