Samenvatting
Dat kinderen geen kleine volwassenen zijn, is een oud adagium dat nog niets aan kracht heeft ingeboet. Daarbij geldt dat kinderen onderling van elkaar verschillen: een zuigeling in de eerste levensdagen is anders dan een puber en een kind op de basisschoolleeftijd verschilt in vele opzichten van een peuter. Dit geldt niet alleen voor uiterlijke kenmerken maar ook voor gedrag en ontwikkeling.
Dit heeft gevolgen voor het gebruik van geneesmiddelen. Het toedienen van geneesmiddelen aan zuigelingen vergt andere kennis en vaardigheden dan toediening aan een kind op de basisschoolleeftijd. Onzichtbaar, maar niet minder belangrijk, zijn de verschillen in absorptie, distributie, metabolisme en eliminatie van geneesmiddelen. Deze veranderingen in farmacokinetiek zorgen ervoor dat doseringen en doseringsintervallen bij het opgroeien veranderen.
Bijwerkingen zijn bij jonge kinderen, die beperkt zijn in de variatie van reageren, lastig op te sporen. Daarnaast speelt bij veel ouders een soms terechte, maar vaak ook onterechte angst voor bijwerkingen. Het is voor hen soms lastig te begrijpen dat een medicament dat ingrijpt in het lichaam van hun kind, noodzakelijk is. Angst voor schade op korte termijn, maar ook op langere termijn met betrekking tot groei en ontwikkeling van organen en functies als gedrag, kunnen de therapietrouw beïnvloeden. Het is dan ook van groot belang dat de huisarts op de hoogte is van deze facetten en dat overheid en farmaceutische industrie heldere en correcte informatie geven over veiligheid en effectiviteit. Het onderzoek dat hiervoor noodzakelijk is, is lastig en duur. Gelukkig zijn er de afgelopen jaren maatregelen getroffen om deze kennis op een wetenschappelijk aanvaardbare wijze te vergaren.
Een deel van deze facetten van farmacotherapie bij kinderen passeert in dit nascholingsprogramma de revue. Het is niet de intentie van de auteurs om alle facetten uitputtend te bespreken, het is veeleer de bedoeling dat het doornemen hiervan prikkelt en aanzet tot kritisch nadenken over de medicamenteuze behandeling van kinderen.
Accreditatie
Voor dit nascholingsprogramma is voor 2 punten accreditatie aangevraagd onder ID 131875 voor huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en artsen verstandelijk gehandicapten.
Inhoud
BLOK A Kaders, fysiologie en farmacokinetiek
A1 Kaders
A2 Groei en ontwikkeling
A3 Farmacokinetiek
BLOK B Farmacotherapie en bijwerkingen
B1 Chronisch ziek zijn
B2 Toedieningsvormen en toedieningsproblemen
B3 Bijwerkingen op de kinderleeftijd
B4 Enkele veel aan kinderen voorgeschreven geneesmiddelen
Actie en verantwoording
Nadere bespreking van de vragen
Literatuur
Opdrachtblad ‘Invoering in de praktijk’
Teamoverleg/HAGRO/FTO/WDH
Toets voor huisartsen 2012/6 Farmacotherapie bij kinderen
Auteur
Dr. T.W. de Vries is kinderarts, verbonden aan de afdeling Kindergeneeskunde, Medisch Centrum Leeuwarden, Leeuwarden.
Dr. E.N. van Roon is ziekenhuisapotheker en klinisch farmacoloog, verbonden aan de afdeling Ziekenhuisfarmacie, Medisch Centrum Leeuwarden, Leeuwarden.
Doelstellingen van dit nascholingsprogramma
Na afloop van deze nascholing:
- kent u de beginselen van de farmacokinetiek en de invloed van de verschillende fysieke ontwikkelingsstadia van kinderen hierop;
- kent u het juridisch kader van geneesmiddelenonderzoek bij kinderen;
- kent u belangrijke gevolgen van het chronisch ziek zijn en gebruik van geneesmiddelen op de ontwikkeling van het kind;
- bent u op de hoogte van de verschillende toedieningsvormen en –problemen;
- kent u de meest relevante bijwerkingen van medicatie bij kinderen