WinkelmandjeBekijk/wijzig inhoud ×
  • Er zitten geen programma's in het winkelmandje.

Menu

De dwangstoornis, ook wel obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) of obsessive-compulsive disorder (OCD) genoemd, is een verborgen aandoening. Ze komt meer voor dan een psychose, maar in de klinische praktijk gaat het om een aanmerkelijk kleiner aandeel. Zorgmijding uit schaamte zal daarbij een rol spelen, maar dat verklaart niet alles, want schaamte speelt bij bijna alle psychische aandoeningen wel een rol. Misschien is een dwangstoornis makkelijker te verbergen. Vaak weten mensen ondanks deze problematiek nog wel te functioneren, hoewel van de mensen met een dwangstoornis de helft geen baan heeft.

Behalve zorgmijding speelt dat een dwangstoornis nog lang niet altijd wordt herkend. Er wordt dan bijvoorbeeld ingegaan op de inhoud van obsessieve twijfels, terwijl het eigenlijke probleem de obsessieve máte van de twijfels is. Een bekend voorbeeld hiervan zijn patiënten met een obsessieve twijfel over hun seksuele geaardheid, vaak opeens uit het niets optredend. Dit kan heel goed homoseksuele OCD zijn, die met homoseksualiteit niets en met obsessies alles te maken heeft. Soms krijgen mensen dan het advies te gaan experimenteren, wat in het geval van een homoseksuele OCD juist gecontra-indiceerd is. Een ander veelvoorkomend verschijnsel is dat wél de comorbide depressie of angststoornis wordt herkend en behandeld, maar niet de dwangstoornis die het primaire probleem is. Verder speelt mee dat veel professionals bij de dwangstoornis alleen denken aan smetvrees en controlezucht, en de vele andere vormen die de dwangstoornis kan aannemen niet kennen.

Evenals veel andere psychische problematiek begint de dwangstoornis vaak voor het twintigste jaar, bij de dwangstoornis zelfs in 50% van de gevallen voor het vijftiende jaar. Er lijken twee pieken te zijn, namelijk rond de leeftijd van 10 tot 14 jaar en in de vroege adolescentie. Bij de vroeg beginnende vorm (early-onset OCD) is er vaker sprake van jongens, is de erfelijke component groter en is er vaker een verband met ticstoornissen. Tussen de eerste klachten en een correcte diagnose zitten gemiddeld jaren en vaak duurt het nog veel langer voor iemand de juiste behandeling krijgt, als dat al ooit gebeurt. De helft van de mensen met een dwangstoornis krijgt nooit een goede behandeling. Dwangproblematiek gaat meestal niet vanzelf over. Integendeel, er is juist sprake van een proces dat zichzelf gemakkelijk versterkt. Dat zijn extra redenen om te proberen de onderdiagnostiek en de on(der)behandeling terug te dringen. Als professional met kennis van psychische aandoeningen in de eerste lijn kan de huisarts hierin, al dan niet in samenwerking met de POH-GGZ, een belangrijke rol spelen.

Lange tijd werd de dwangstoornis als vrijwel onbehandelbaar beschouwd. De psychoanalytische benadering, waarbij ervan wordt uitgegaan dat de symptomen de uitdrukking zijn van een innerlijk conflict, bleek niet geschikt. Pas met de komst van de gedragstherapie was er een werkzame psychologische behandeling. Door de ontdekking dat antidepressiva, die de heropname van serotonine blokkeren, ook werkzaam zijn bij OCD, werd tevens voorzien in een farmacologische behandeling.

In dit nascholingsprogramma worden het klinisch beeld, de diagnostiek en de behandeling van de dwangstoornis besproken. In de DSM-5 is de dwangstoornis in een eigen groep ondergebracht, samen met andere aan de dwangstoornis verwante aandoeningen. Wat over de onbekendheid en onderbehandeling van de dwangstoornis werd gezegd, geldt voor deze verwante aandoeningen in de overtreffende trap. Daarom is ervoor gekozen ze bij de bespreking mee te nemen, zij het beperkt. Vaak komen patiënten met deze problemen eerst bij de huisarts. Deze kan in de vroegdetectie van deze problematiek dan ook een belangrijke rol spelen. Daarom is het goed er kennis van te hebben.

Er is nog geen Nederlandse richtlijn specifiek voor de dwangstoornis en verwante stoornissen. De dwangstoornis wordt besproken in de multidisciplinaire richtlijn Angststoornissen. Voor de verwante stoornissen is men aangewezen op protocollen die her en der zijn verschenen of op Engelstalige richtlijnen.

De in deze nascholing besproken stof wordt meer uitgebreid en persoonlijk besproken in het boek Vals alarm. Leven met een dwangstoornis. Hoewel de bespreking voor deze nascholing anders van opzet is, zal degene die het boek kent veel overeenkomsten zien. Enkele fragmenten en overzichten zijn zelfs letterlijk overgenomen.

Doelstellingen van dit nascholingsprogramma

Na afloop van deze nascholing:
·    kunt u screenen op de dwangstoornis en verwante stoornissen;
·    weet u wat de belangrijkste symptomen van de dwangstoornis zijn;
·    begrijpt u de innerlijke dynamiek van de dwangstoornis;
·    kent u de vele verschijningsvormen van de dwangstoornis;
·    kunt u de hoofdvormen ervan onderscheiden;
·    begrijpt u de samenhang van de dwangstoornis met ticstoornissen;
·    kent u de principes van de behandeling;
·    bent u op de hoogte van de verwante stoornissen.

Inhoudsoverzicht

Inleiding

BLOK A Klinisch beeld en diagnostiek
A1 Het dwangstoornisspectrum
A2 Diagnostiek

BLOK B Behandeling
B1 Psycho-educatie
B2 Cognitieve gedragstherapie
B3 Medicamenteuze behandeling
B4 Overige behandelmethoden

Actie en verantwoording
Nadere bespreking van vragen en casuïstiek
Literatuur
Opdrachtblad ‘Invoering in de praktijk’
Teamoverleg/Hagro/FTO/WDH
Toets voor Huisartsen 2024/2

Over de auteur

Menno Oosterhoff is psychiater, kinder- en jeugdpsychiater en ervaringsdeskundige. Hij heeft zelf vanaf zijn zeventiende jaar een dwangstoornis. Vanuit die ervaring als professional en als patiënt schreef hij het boek Vals Alarm. Leven met een dwangstoornis. Hij is ook auteur van twee andere boeken: Ik zie anders niks aan je. Over psychische aandoeningen en het brein en Laat me gaan. Euthanasie bij psychische aandoeningen. Hij schrijft al jaren blogs, onder andere voor Medisch Contact, over allerlei onderwerpen aangaande de geestelijke gezondheidszorg. Hij heeft diverse leidinggevende functies gehad, was plaatsvervangend opleider, maar is vooral clinicus. In de loop van zijn werkzame leven heeft hij veel patiënten van alle leeftijden met dwang- en ticstoornissen behandeld. Verder is hij initiatiefnemer van de Stichting Dwangstoornis, later overgegaan in OCDnet, een werkgroep van het Nederlands kenniscentrum Angst, Depressie en Dwang (NEDKAD) met de website www.ocdnet.nl. Hij is mede-initiatiefnemer van www.ocdcafe.nl, een online ontmoetingsplek voor mensen met een stoornis uit het dwangstoornisspectrum en hun naasten. Ook maakte hij met Youri Moggré een podcast over OCD.

De auteur heeft geen financiële banden met de farmaceutische industrie, ontvangt geen onderzoeksgeld van commerciële partijen en heeft geen bedrijfsbelangen of andersoortige financiële relaties met betrekking tot dit onderwerp.

Bronnen bij dit programma

Let op: toegang tot aanvullende content is voorbehouden aan deelnemers

  • Accreditatie bureau cluster 1

    Accreditatie bureau cluster 1
  • Nederlandse Vereniging van Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten

    Nederlandse Vereniging van Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten
  • Verenso

    Verenso

Inloggen