Samenvatting
‘De huisarts is de specialist voor alledaagse aandoeningen’ oftewel: de huisarts ziet veel ziektes en kwalen die in de tweede lijn zelden of nooit gezien worden. De basisopleiding van artsen is sterk gericht op grote kwalen als hart- vaatziekten en aandoeningen die de huisarts zelden tegenkomt. Daarom is aparte aandacht nodig voor alledaagse aandoeningen als de arts de huisartsenpraktijk ingaat. Probleem daarbij is dat er in de medische literatuur weinig te vinden is over kleine kwalen en alledaagse klachten. De wetenschappelijke onderbouwing van het diagnostisch en therapeutisch handelen bij deze aandoeningen laat te wensen over. Gelukkig is daar de laatste tijd wel meer aandacht voor, getuige bijvoorbeeld het rapport van de Gezondheidsraad Onderzoek waar je beter van wordt. Maar voorlopig moeten we het bij veel van deze aandoeningen nog doen met aanbevelingen die gebaseerd zijn op ervaring of consensus. Dat maakt het behandelen van alledaagse aandoeningen niet minder leuk: veel huisartsen ervaren het als een inspirerend deel van hun werk.
Deze nascholing bestaat uit twee delen. In BLOK A worden algemene principes van alledaagse aandoeningen besproken. De vraag wordt opgeworpen of u patiënten meer zelf zou willen laten zorgen voor hun kleine kwalen en of uw praktijkassistent of een physician assistant u zou kunnen ontlasten bij het vele werk dat alledaagse aandoeningen met zich meebrengen, en of u dat zou willen.
De meest voorkomende alledaagse aandoeningen zijn klachten van de huid en van het bewegingsapparaat. In BLOK B wordt daarom de nummer één van de dermatologische problemen besproken: wratten in drie verschijningsvormen en met vragen van patiënten waar u misschien even over na moet denken. Daarna komt dan het bewegingsapparaat aan de orde. Niet de schouder-, heup- of knieklachten, maar de vaak wat vergeten voetklachten. De meest voorkomende oorzaak van respectievelijk voorvoetpijn en achtervoetpijn komen in twee casussen voorbij.
Accreditatie
Voor dit nascholingsprogramma is voor 2 punten accreditatie toegekend onder ID340484 voor huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en artsen verstandelijk gehandicapten.
Inhoud
Blok A Algemene principes van alledaagse aandoeningen
A1 Wat zijn alledaagse aandoeningen?
A2 Hoeveel werk heeft de huisarts aan alledaagse aandoeningen?
A3 Diagnostiek en behandeling van kleine kwalen en alledaagse klachten
Blok B Meest voorkomende alledaagse aandoeningen
B1 Mollusca contagiosa
B2 Verrucae
B3 Condylomata acuminata
B4 Voorvoetklachten
B5 Fasciitis plantaris
Actie en verantwoording
Nadere bespreking van vragen en casuïstiek
Literatuur
Opdrachtblad ‘Invoering in de praktijk’
Teamoverleg/Hagro/FTO/WDH
Afsluitende toets voor huisartsen
Doelstellingen van dit nascholingsprogramma
Na afloop van dit nascholingsprogramma:
- heeft u zich een beeld gevormd van de plaats van alledaagse aandoeningen in het werk van de huisarts;
- heeft u zich een mening gevormd over de taakverdeling binnen uw praktijk wat betreft de behandeling van alledaagse aandoeningen;
- bent u in staat om voorlichting te geven over ontstaan, transmissie, besmettelijkheid en beloop van waterwratjes, gewone wratten en genitale wratten;
- kunt u lastige vragen van patiënten over waterwratjes, gewone wratten en genitale wratten beantwoorden;
- bent u in staat de meest voorkomende voetklachten te duiden en weet u wat de hypothesen zijn over het ontstaan daarvan en behandelmodaliteiten.
Over de auteur
Janny Dekker studeerde geneeskunde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Daar deed zij ook de huisartsenopleiding. Zij vestigde zich als huisarts in Amsterdam-Noord en deed naast haar huisartsenwerk een promotieonderzoek naar ‘Vaginale klachten in de huisartspraktijk’. Zij heeft meegewerkt aan diverse NHG-Standaarden: ‘Het soa-consult’, ‘Fluor vaginalis’, ‘Incontinentie voor urine bij vrouwen’ en ‘Pelvic inflammatory disease’ en is lid van de expertgroepen voor huisartsen SeksHag en UgynHag. Sinds 2004 werkt zij als huisarts en universitair hoofddocent aan de afdeling Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde van het UMCG. Belangenconflicten: geen.