Alcoholgebruik is alom tegenwoordig in onze maatschappij. Het is in die zin de meest geaccepteerde drug die we kennen. Alcohol wordt al gebruikt sinds het ontstaan van de mensheid en alle culturen in de wereld hebben er wel een bepaalde band mee. In tegenstelling wat soms wordt gedacht, is alcohol ook een natuureigen stof, die bijvoorbeeld vrijkomt bij rotting van fruit. Hoewel alcoholgebruik meestal een positieve connotatie heeft, als middel ter ontspanning en voor het verlagen van de drempel bij sociale gelegenheden en feestjes, kent alcoholgebruik natuurlijk ook een keerzijde in onze maatschappij. Zo is bij een groot aandeel van de verkeersongelukken alcohol in het spel, vindt er veel huiselijk geweld of geweld op straat door mensen onder invloed plaats en neemt het de belangrijkste plaats in als middel in de verslavingszorg. Daarnaast zijn er enkele specifiek lichamelijke risico’s verbonden aan (overmatig en frequent) alcoholgebruik, zoals leverschade en pancreasschade.
Nu is lang niet iedere drinker een probleemgeval, eerder het tegendeel. De meeste drinkers zijn sporadische drinkers, voor de gezelligheid en ervaren/veroorzaken geen problematiek. De definitie ‘probleemdrinker’ gaat dus ook echt alléén op voor mensen die problemen ervaren door hun alcoholgebruik, op fysiek, psychologisch of sociaal vlak. In de DSM-5 en het daarvan afgeleide AUDIT-screeningsinstrument kan worden gecheckt of er sprake is van problematiek. Bij probleemgebruik moet er aan behandeling gedacht worden. De huisarts kan hierin een belangrijke rol vervullen: door het gebruik te agenderen, hulp aan te bieden en zelfs specifieke medicatie voor te schrijven om van de alcohol af te komen of gebruik te minderen. Ook kan de huisarts een rol spelen bij het vaststellen of er sprake is van alcoholmisbruik en/of lichamelijke schade hierdoor. Er zijn diverse gesprekstechnieken die voor een huisarts eenvoudig zijn te hanteren, om iemand bijvoorbeeld tot een inzicht of gedragsverandering te laten komen, zoals motiverende gespreksvoering.
Deze nascholing gaat uitgebreid in op de geschiedenis van alcoholgebruik en op sociale aspecten. Ook komen definities van overmatig gebruik, probleemgebruik en verslaving aan de orde. Daarnaast worden enkele lichamelijke gevolgen van probleemgebruik besproken en diagnostiek aangeboden om vast te stellen of sprake is van schade. Alle vormen van behandeling van probleemgebruik worden uitvoerig besproken, zowel medicamenteus als gesprekstherapie. Ten slotte worden diverse handvatten beschreven voor huisartsen om te komen tot agendering van alcoholproblematiek en gedragsverandering. Deze kennis wordt aan de hand van kennisvragen en casuïstiek verder aangescherpt.
Inhoud
BLOK A Alcohol: geschiedenis, sociaal-culturele context, wet- en regelgeving
A1 De geschiedenis en sociaal-culturele context van alcohol
A2 Psychologische effecten van alcohol en verslaving
BLOK B Alcohol: somatische effecten, psychofarmacologie en diagnostiek
B1 Somatische effecten van alcohol en behandeling
B2 Psychofarmacologie alcohol en comorbiditeiten
BLOK C Behandeling, signalering en gespreksvoering
C1 Behandeling van alcoholproblematiek, medicamenteus en therapievormen
C2 Signalering van alcoholproblematiek in de praktijk en gespreksvoering
Actie en verantwoording
Nadere bespreking van vragen en casuïstiek
Literatuur
Opdrachtblad ‘Invoering in de praktijk’
Teamoverleg/Hagro/FTO/WDH
Toets voor Huisartsen 2025/3
Doelstellingen
Na afronding van deze nascholing:
- hebt u uw kennis over alcoholproblematiek geactualiseerd;
- kent u de omvang van de problematiek ten aanzien van alcohol;
- bent u op de hoogte van de aard van de problematiek, zowel psychisch als lichamelijk;
- hebt u kennis over het begrip verslaving;
- weet u welke behandelingen mogelijk zijn, zowel medicamenteus als door middel van gesprekstherapie;
- kunt u alcoholproblematiek signaleren;
- kunt u alcoholproblematiek agenderen met de patiënt.
Accreditatie
Deze nascholing is voor twee punten geaccrediteerd onder ID 620168. U krijgt de punten toegekend als u de afsluitende toets succesvol (≥ 70 procent correct beantwoord) hebt afgerond.
Over de auteur
Dr. Tibor Brunt is al ruim 20 jaar verslavingsexpert en als senior wetenschapper verbonden aan het Amsterdams Universitair Medisch Centrum, afdeling Psychiatrie. Daarnaast is hij werkzaam als wetenschappelijk projectleider bij een jeugd-GGZ-instelling te Rotterdam.
De auteur heeft geen financiële banden met de farmaceutische industrie, ontvangt geen onderzoeksgeld van commerciële partijen en heeft geen bedrijfsbelangen of andersoortige financiële relaties met betrekking tot dit onderwerp.
