Samenvatting
Ruim een miljoen mensen in Nederland hebben astma of COPD. Toediening van medicijnen via inhalatie is de belangrijkste vorm van medicamenteuze behandeling bij deze patiënten. De keuze voor een bepaalde medicatieklasse is slechts één stap in het behandelproces. Niet alleen de toegediende medicatie bepaalt het behandelresultaat, maar ook de toedieningsvorm, hulpmiddelen en verschillende patiëntgebonden factoren, zoals inhalatietechniek en therapietrouw. Met andere woorden, het resultaat van de medicamenteuze behandeling bij de individuele patiënt wordt bepaald door diverse factoren: de medicatieklasse, de toedieningsvorm. Uiteindelijk gaat het om de verbinding hiertussen: een optimale koppeling tussen patiënt en inhalator die leidt tot een correct gebruik op het goede moment.
Het effect van longmedicatie bij inhalatietherapie, en vooral van luchtwegverwijders, treedt veel sneller in dan na orale toediening. Bovendien is een belangrijk voordeel dat de dosering van geneesmiddelen via inhalatie veel lager kan zijn dan de dosering via de orale weg. Dat het aantal en de frequentie van bijwerkingen lager is, hangt hiermee samen.
Al deze gunstige aspecten hebben ertoe geleid dat bij astma bij kinderen en bij volwassenen en bij COPD eigenlijk alleen nog maar een plaats gezien wordt voor geneesmiddelentoediening per inhalatie.
Helaas zijn er niet alleen maar voordelen verbonden aan de toedieningsweg via inhalatie.
Accreditatie
Dit programma is door CADD geaccrediteerd in opdracht van de NVDA
onder nummer ID 483463. In je persoonlijke nascholingsdossier is terug te vinden tot welke datum dit programma geaccrediteerd is.
Inhoud
BLOK A Geneesmiddelentherapie per inhalatie
A1 Achtergrondinformatie
A2 Inhalatieapparatuur
BLOK B Gebruik van inhalatieapparatuur
B1 Gebruiksaanwijzingen voor inhalatieapparatuur
B2 Inhalatieapparatuur en de toestand van de patiënt
Actie en verantwoording
Nadere bespreking van de vragen en de casussen
Literatuur
Overleg met collega’s en de huisarts(en)
Opdrachtblad ‘Opnemen in het takenpakket’
Begrippenlijst
Toets voor Doktersassistenten
Auteur
Gert van Lieshout is arts en oud-huisarts. Na achttien jaar fulltime huisarts te zijn geweest, is Gert parttime als huisarts gaan werken en is hij zich met nascholing gaan bezighouden. Als een van de oprichters van AccreDidact is hij zestien jaar actief geweest met het ontwikkelen van schriftelijke geaccrediteerde nascholing voor huisartsen, apothekers, doktersassistenten en apothekersassistenten.
Momenteel is hij nog actief bij de ontwikkeling van cursusmaterialen voor mondelinge geaccrediteerde nascholing aan apothekers en van schriftelijke geaccrediteerde nascholing zoals deze.
De auteur geeft geen financiële banden met de farmaceutische industrie, ontvangt geen onderzoeksgeld van commerciële partijen en heeft geen bedrijfsbelangen of andersoortige financiële relaties met betrekking tot dit onderwerp.
Doelstellingen
Na afloop van deze nascholing:
- ken je de huidige verdeling van taken voor de instructies over en het gebruik van inhalatietherapie en inhalatieapparatuur;
- heb je meer inzicht gekregen in de technische aspecten van inhalatie van pulmonale geneesmiddelen, waardoor je fouten beter begrijpt en betere voorlichting kunt geven;
- weet je welke verschillende typen inhalatieapparatuur er zijn en heb je nadere toelichting gekregen, waardoor de verschillende eigenschappen duidelijker zijn;
- weet je meer over het type patiënt in relatie tot het type inhalatieapparatuur, waardoor je fouten in gebruik of uitblijven van effect van de inhalatietherapie eerder kunt herkennen;
- ken je de noodzakelijke instructies voor inhalatie van pulmonale geneesmiddelen en beschik je over voorbeelden van instructies;
- heb je voldoende kennis om die instructies succesvol te kunnen toetsen aan de hand van enkele casussen.