WinkelmandjeBekijk/wijzig inhoud ×
  • Er zitten geen programma's in het winkelmandje.

Menu

2014/2

Misselijkheid en braken in de palliatieve zorg

Auteurs: J. Haaijman en Drs. C.R.C. Huizinga-Arp
3
Accreditatiepunten verlopen op: 14 maart 2017
Dit programma is niet meer geaccrediteerd en kan daarom niet meer worden aangeschaft

Samenvatting

In de laatste fase van hun leven krijgen veel mensen last van misselijkheid en braken.

Misselijkheid treedt op bij 31% van de mensen met een vergevorderd stadium van kanker en braken bij 20%. In een hospice liggen deze percentages nog hoger en wordt zelfs 60% gemeld. Misselijkheid komt ook vaak voor in het laatste stadium van hartfalen. Hierbij speelt de stuwing waarschijnlijk een grote rol, die optreedt in het maag-darmkanaal en de lever.

Misselijkheid en braken overheersen zo de laatste fase van het leven, putten extra uit, dragen sterk bij aan het lijden en stellen de draagkracht van de patiënt en diens naasten op de proef. Vaak wordt het als mensonwaardig ervaren. Door direct de juiste therapie in te stellen, zowel wat betreft middel als toedieningsvorm, kan een arts verlichting brengen.
Misselijkheid en braken komen daarnaast vaak voor bij niet-palliatieve patiënten. Bijvoorbeeld bij mensen met een gastro-enteritis (‘buikgriep’), migraine, een kater, longontsteking, nierbekkenontsteking, of na algemene anesthesie in verband met een chirurgische ingreep. In deze nascholing ligt de nadruk echter op mensen in hun laatste levensfase. Sommigen krijgen hierin ook nog te maken met een ileus (darmafsluiting). Vroeger werden deze doodzieke mensen naar het ziekenhuis vervoerd om daar een belastende ingreep te ondergaan. Tegenwoordig blijkt dat gelukkig niet in alle gevallen noodzakelijk en kan de arts met de juiste behandeling veel van deze mensen thuis helpen.

Wanneer de arts op de hoogte is van de onderliggende mechanismen die misselijkheid en/of braken veroorzaken, is hij veel beter in staat klachten effectief te bestrijden. Maar deze kennis is lang niet bij alle artsen voldoende aanwezig. De apotheker kan hierin een adviserende rol vervullen. En ook een signalerende rol voor het geval de opeenvolging of combinatie van anti-emetica niet logisch lijkt.

Daarom is het belangrijk dat je ook als apothekersassistent op de hoogte bent. Jij ziet immers het recept als eerste en bij het invoeren krijg je de historie onder ogen. Sommige middelen tegen misselijkheid mogen niet door iedereen gebruikt worden. Soms vanwege wisselwerkingen, soms vanwege bepaalde aandoeningen. Maar er zijn meer redenen waarom het belangrijk is dat je als apothekersassistent weet hebt van de aandoeningen waarvoor een recept bedoeld is. Als je beseft wat er aan de hand is, kun je je houding tegenover een patiënt hierop afstemmen en op die manier extra steun bieden in een tijd die voor de patiënt en zijn naasten erg zwaar is.

Deze nascholing geeft je handvatten om met achtergrondkennis naar een recept en de afleverhistorie te kijken. Op die manier kun je ook vanuit de apotheek bijdragen aan het verlichten van het lijden van patiënten en het veilig gebruik van geneesmiddelen.

Accreditatie

  • naar eigen voorkeur schriftelijk of via eLearning te maken
  • studiebelasting: SANA-keurmerk ID176838 ter waarde van 3 punten (3 SBU)
  • doelgroep: apothekersassistenten van de functieniveaus 6 en 7, teamleiders van functieniveau 8 en farmaceutisch managers en farmaceutisch consulenten van functie-niveau 9

Inhoud

BLOK A Misselijkheid en braken in de palliatieve zorg
A1 Definitie, ontstaan van misselijkheid en braken
A2 Diagnostiek van misselijkheid in palliatieve fase
A3 Niet-medicamenteuze en medicamenteuze behandeling

BLOK B Gastro-intestinale obstructie (ileus)
B1 Epidemiologie en achtergronden ileus
B2 Behandeling van een lage ileus
B3 Behandeling van een hoge gastro-intestinale obstructie

Actie en verantwoording

Antwoorden bij casuïstiek en vragen
Literatuur
Bijlage Casuïstiek ileus
Bijlage Anamnese en diagnostiek van een ileus
Facultatief*: Overleg met collega's en de apotheker(s)
Facultatief*: Opdrachtblad ‘Opnemen in het takenpakket’
Afsluitende toets

* In iedere AccreDidact-nascholing wordt eveneens aandacht gevraagd voor het bespreken van (aandachtspunten in) de lesstof met collega’s en apothekers. Dit overleg bevelen we vanwege de implementatie van cursusstof warm aan, het betreft echter een facultatief onderdeel: de tijdsbesteding hiervan is niet opgenomen in de studiebelastinguren (SBU).

Auteurs

Jobje Haaijman is voormalig huisarts en momenteel specialist ouderengeneeskunde. Zij behaalde haar ‘diploma in palliative medicine’ in Cardiff aan de University of Wales in 2001. Vele jaren was zij werkzaam als consulent palliatieve zorg in Maastricht en Nijmegen en werkte ze in diverse hospices. Jobje Haaijman gaf vele scholingen voor huisartsen en medisch specialisten op het gebied van palliatieve zorg.

Carolijn Huizinga-Arp is als apotheker werkzaam in de openbare farmacie en ontwikkelt daarnaast al vele jaren nascholingscursussen voor diverse doelgroepen.

Doelstellingen van dit nascholingsprogramma

Algemeen leerdoel: nadat je dit nascholingsprogramma hebt doorgewerkt, heb je meer inzicht in verschillende aspecten van de eindfase van het leven van patiënten, waardoor je als zorgverlener beter in staat bent te helpen.

Dit leerdoel bereik je na het afronden van dit programma, doordat je:

  1. weet waardoor misselijkheid en braken worden veroorzaakt;
  2. weet hoe de behandeling eruit kan zien;
  3. gebruikers kunt voorlichten over veilig gebruik en hen kunt behoeden voor wisselwerkingen;
  4. hebt kunnen lezen in welke situaties je extra alert moet zijn in de apotheek;
  5. beter kunt inschatten wat er met iemand aan de hand is en hierop je houding kunt afstemmen.
Dit programma is niet meer geaccrediteerd en kan daarom niet meer worden aangeschaft

  • KABIZ

    KABIZ
  • NVFZ

    NVFZ
  • Optima Farma

    Optima Farma

Inloggen