WinkelmandjeBekijk/wijzig inhoud ×
  • Er zitten geen programma's in het winkelmandje.

Menu

Hartfalen komt regelmatig voor in Nederland. Naar schatting krijgen elk jaar bijna 38 000 mensen voor het eerst de diagnose hartfalen. Er leven in Nederland ongeveer 241 300 mensen met hartfalen. Bijna 90% daarvan is 65 jaar of ouder. Door de te verwachten vergrijzing, mensen worden steeds ouder en patiënten overleven steeds vaker een myocardinfarct, zullen zorgverleners steeds vaker met hartfalen geconfronteerd worden.

Hartfalen leidt dus tot een serieus gezondheidsprobleem in Nederland (en andere westerse landen). In 2021 stierven ruim 7500 mensen aan hartfalen. Jaarlijks zijn er ruim 31 000 ziekenhuisopnamen in verband met hartfalen. Het tijdig herkennen van hartfalen is dus van groot belang. Huisartsen zijn in verschillende stadia betrokken bij patiënten met hartfalen, samen met de cardioloog en de verpleegkundige op de polikliniek hartfalen. In de eerste lijn is ook de apotheker bij hartfalen betrokken en soms de diëtist en de fysiotherapeut. Hartfalen is een ziekte waarbij samenwerking tussen de verschillende disciplines zeer belangrijk is. Er hoort een goede afstemming te zijn tussen de eerste lijn, de apotheek en het ziekenhuis, waar de zorg geconcentreerd is op hartfalenpoli’s. Ook de patiënt en zijn omgeving vervullen een belangrijke rol in deze samenwerking. Door ontwikkelingen op het gebied van ICT en telezorg kan de patiënt steeds vaker zelf mede de regie voeren over zijn ziekte.

De begrippen risicofactoren en cardiovasculair risicomanagement zijn ingeburgerd bij de diagnostiek en behandeling van atherosclerotisch vaatlijden, dat zich kan uiten in de cerebrale (CVA, TIA), coronaire (infarct, angina pectoris) en/of perifere (etalagebenen, aneurysma van de aorta) bloedvaten. Deze risicofactoren spelen ook een rol bij hartfalen, omdat de meest voorkomende oorzaken van hartfalen ook onder invloed van atherosclerose ontstaan. Het is goed de behandeling van deze risicofactoren nog eens op een rij te zetten. Tegenwoordig heet dat cardiovasculair risicomanagement.

Het belang van het tijdig herkennen van hartfalen is groot. Met onvoldoende of te late behandeling kent hartfalen een zeer slechte prognose, vergelijkbaar met de prognose van sommige maligniteiten. De afgelopen jaren hebben zich in de behandeling van hartfalen belangrijke wijzigingen voorgedaan. Denk onder andere aan de introductie van nieuwe medicamenten, zoals SGLT2-remmers, maar ook het gebruik van cardiale resynchronisatietherapie (de biventriculaire pacemaker) bij patiënten met belangrijke geleidingsstoornissen in het hart. Deze nieuwe behandelmogelijkheden hebben voor een betere kwaliteit van leven en een lagere mortaliteit gezorgd.

Accreditatie

Dit programma voor openbaar apothekers is door de KNMP onder ID 620929 geaccrediteerd voor 3 uur. U krijgt de punten toegekend als u de afsluitende toets succesvol (≥ 60 procent correct beantwoord) hebt afgerond.

Inhoud

BLOK A Terminologie, pathofysiologie en etiologie bij hartfalen
A1 Terminologie 
A2 Fysiologie en anatomie 
A3 Pathofysiologie 
A4 Etiologie en diagnostiek 

BLOK B Prognose en behandeling van hartfalen
B1 Prognose van hartfalen 
B2 Niet-medicamenteuze behandeling bij hartfalen 
B3 Medicamenteuze behandeling bij hartfalen 
B4 Overige therapie 
B5 Palliatieve fase 

Actie en verantwoording
Nadere bespreking van vragen en casuïstiek 
Literatuur 
Opdrachtblad ‘Invoering in de apotheek’ 
Farmaceutische patiëntenzorg (FPZ) 
Toets voor Apothekers 2025/3

Auteurs

Dr. Sanne Groeneveld is in opleiding tot cardioloog in het UMC Utrecht.
Dr. Rutger Hassink is als cardioloog werkzaam in het UMC Utrecht.

De auteurs hebben geen financiële banden met de farmaceutische industrie, ontvangen geen onderzoeksgeld van commerciële partijen en hebben geen bedrijfsbelangen of andersoortige financiële relaties met betrekking tot dit onderwerp.

Doelstellingen

Na afronding van deze nascholing:

  • kent u de juiste terminologie van hartfalen;
  • weet u wat de pathofysiologische mechanismen zijn bij hartfalen;
  • kent u de meest voorkomende oorzaken van hartfalen;
  • kunt u de leefstijladviezen die gelden bij hartfalen met de patiënt bespreken;
  • kent u de medicamenteuze behandeling van hartfalen, met de nieuwe medicamenten;
  • kent u de nieuwe opties op het gebied van ‘device’ therapie;
  • heeft u een beeld van de mogelijkheden van ‘advanced’-hartfalentherapie.

  • KNMP

    KNMP

Inloggen