Samenvatting
Jaarlijks ziet de huisarts ongeveer honderd patiënten met een bacteriële huidinfectie. Het merendeel van deze patiënten zal hij zelf kunnen behandelen. Welke infectie dient lokaal behandeld te worden en in welke gevallen is een systemische behandeling vereist? Wat zijn de middelen waarmee lokaal of oraal wordt behandeld? Voor kennis omtrent de pathogenese van bacteriële huidinfecties is het belangrijk ook de pathofysiologie van de huid te bekijken. De huid is het grootste orgaan van het lichaam, bij een volwassene beslaat hij een oppervlak van 1,5-2 m2 en weegt (inclusief onderhuids bindweefsel) 15-20 kg. De huid beschermt het lichaam tegen invloeden van buitenaf (schadelijke stoffen, micro-organismen, ultraviolet licht) en zorgt voor het handhaven van de lichaamstemperatuur en een evenwichtige verdeling van lichaamsvocht.
Antibiotica
Er wordt altijd gewaarschuwd voor sensibilisatie en resistentievorming bij gebruik van antibiotica op de huid. Wat zijn dan uiteindelijk goede keuzes? Is mupirocine inderdaad een reservemiddel? Als antibiotica geïndiceerd zijn, hebben huisartsen de neiging bij onzekerheid over de diagnose breedspectrumantibiotica te geven, maar meestal is dat niet nodig en zelfs overbodig. Welke situaties zijn dat? En wanneer wordt fenoxymethylpenicilline gegeven en wanneer flucloxacilline bij bacteriële huidinfecties? Moet er nu als regel een bètalactamaseremmend antibioticum worden gegeven of kan het met de ‘gewone’ antibiotica?
Accreditatie
Voor dit nascholingsprogramma is voor openbaar apothekers accreditatie voor 4 punten aangevraagd onder ID 101496.
Inhoud
BLOK A Fysiologie huid; diagnose en prevalentie van bacteriële huidinfecties
A1 Fysiologie van de huid
A2 Diagnostiek en prevalentie
A3 Oppervlakkige bacteriële huidinfecties
A4 Diepe bacteriële huidinfecties
BLOK B Behandeling van bacteriële huidinfecties
B1 Voorlichting en niet-medicamenteuze behandeling
B2 Medicamenteuze therapie
B3 Farmacotherapie oppervlakkige bacteriële huidinfecties
B4 Farmacotherapie diepe bacteriële huidinfecties
Actie en verantwoording
Literatuur
Nadere bespreking van casuïstuiek en vragen
Opdrachtblad ‘Invoering in de apotheek’
Farmaceutische patiëntenzorg (FPZ)
Afsluitende toets
Auteur
Drs. M.D. Vijverberg-Vermaas is apotheker. Belangenconflicten: geen.
Doelstellingen van dit nascholingsprogramma
Na afloop van dit nascholingsprogramma:
- weet u hoe de huid is opgebouwd;
- is u bekend op welke manier de diagnose van verschillende bacteriële huidinfecties wordt gesteld;
- hebt u achtergrondinformatie over oppervlakkige en diepe bacteriële huidinfecties en hoe vaak ze voorkomen;
- weet u welke (niet-)medicamenteuze maatregelen kunnen worden genomen bij bacteriële huidinfecties.